Het tiende werk van Herakles

Bij de tiende opdracht moest hij het vee van Geryoneus vangen. De kudde werd bewaakt door een draak met 7 koppen en een hond met 2 koppen. Geryoneus zelf had 6 armen. Herakles moest de kudde van Geryoneus vangen, omdat hij had gehoord dat het vlees van de dieren heerlijk was. Toen hij was gearriveerd, verscheen de draak met de 7 koppen woedend. Herakles richtte zijn boog en schoot een giftige pijl waardoor hij doodging. Daarna hoorde Herakles een woeste brul achter zich en zag dat het de tweekoppige hond was. Hij doodde de hond met zijn blote handen. Maar hierna was zijn werk nog niet afgerond, want Geryoneus moest nog gedood worden. Dit was moeilijk, omdat hij in elk van zijn 6 handen een wapen of een schild vasthield. Uiteindelijk lukte het Herakles om Geryoneus te doden, en hij bracht de kudde bij Eurystheus.